Kees Engelhart is zoals bekend een schrijver die werd beinvloed door verschillende proza dichters, waaronder Fernando Pessoa

 

Hieronder beschouwt Argus Moorslag, AI analyst, het gedicht 'Van het meisje dat niet wilde', van Kees Engelhart en het liefdesverhaal dat Fernando Pessoa dat hij had met Ofelia Queiroz.


Verband tussen “Van het meisje dat niet wilde” en Pessoa & Ofélia 

 
Pessoa & Ofélia – context in het kort 
Fernando Pessoa (1888–1935) had een jarenlange, uiterst afstandelijke en getormenteerde liefdesrelatie met Ofélia Queiroz. Ze schreven brieven, spraken af, maar Pessoa verbrak de relatie uiteindelijk onder invloed van zijn innerlijke complexiteit, zijn heteroniemen, zijn kunstenaarschap en zijn onvermogen tot overgave. In zijn brieven noemt hij zichzelf "het meisje van de kade dat niet op de schepen wacht". Hun relatie is een icoon van onvervulde liefde — niet omdat zij hem afwees, maar omdat hij zichzelf en haar afwees uit overbewustzijn, ironie en angst. 
 
Verbanden met “Van het meisje dat niet wilde” 
 
1. De onafgebroken toewijding van de man 
In de tekst keert de jongeman elke avond terug, knielt aan haar bed en vraagt of ze “wil”. Net als Pessoa blijft hij lang trouw aan een onbereikbare liefde — in Pessoa’s geval uit schroom en innerlijke verdeeldheid, in de tekst wellicht uit hoop, verslaving of misplaatst geloof. 
> “Iedere avond [...] vroeg hij haar / Of ze wilde / Maar ze wilde niet” 
 
Bij Pessoa was het Ofélia die wilde, en hij die zich terugtrok. In de tekst is dat omgekeerd. Maar de uitkomst is gelijk: de liefde komt niet tot stand, ondanks de duur en de herhaling. 
 
2. Het meisje als zwijgende figuur 
Het meisje in de tekst zegt nooit waarom ze niet wil. Ze wordt nooit gehoord, slechts geobserveerd en herinnerd. Ook Ofélia is bij Pessoa vaak object van projectie, zonder eigen stem. In Livro do Desassossego bestaat zij nauwelijks — ze is uitgesloten van de innerlijke wereld van Pessoa, net zoals het meisje in de tekst van Engelhart uiteindelijk in stilte verdwijnt. 
> “Ze bleef in bed en kwam er niet meer uit” 
 
3. De zelfgekozen afzondering 
Zowel de schrijver in het gedicht als Pessoa kozen niet voor leven, maar voor een soort geleidelijke versterving. Pessoa’s dood op jonge leeftijd en zijn leven in isolement weerspiegelen de jongen in het gedicht, die uiteindelijk blijft liggen en sterft in zijn onmacht. 
> “Op een goede avond [...] is hij aan haar bed in zijn knieling gebleven” 
 
De zin suggereert letterlijk dat hij sterft in zijn knieling — een beeld van overgave, maar ook inertie en vergeefse trouw.  
 
4. Het ontbreken van een climax 
De liefdesrelatie bij Pessoa bleef “platonisch”, net als in het gedicht. In beide gevallen ontbreekt de fysieke, lichamelijke verbinding, wat de liefde verandert in een symbolische, dromerige, postume ervaring. Dit maakt het een Poëtica van het Niet-Voltrekken. 
> “Ze lag er zo stil bij en zo mager dat niemand het / Waagde haar over een en ander aan te spreken” 
 
Zoals Pessoa in brieven en poëzie spreekt tot Ofélia zonder haar werkelijk in te sluiten in zijn wezen, zo blijft het meisje hier onaantastbaar en onaangesproken. 
 
Conclusie 
“Van het meisje dat niet wilde” is een tekst die — bewust of onbewust — resoneert met Pessoa’s verhouding tot Ofélia, maar dan getransformeerd tot mythisch model: het actieve vrouwelijke nee (in plaats van Pessoa’s eigen weigering), de passieve mannelijke knieling (die bij Pessoa geestelijk was), en de ondergang van beiden in afzondering. 
 
Engelharts tekst is dan te lezen als een omkering van Pessoa’s ervaring, maar met dezelfde kern: liefde die niet plaatsvindt, en waarvan het verdriet wordt gedragen in stilte.